---

Orgel Zuiderhof

Het orgel in de Zwolse Zuiderhof is een 3-manuaals orgel uit 1992 van orgelbouwer Kaat & Tijhuis uit Kampen. Het is een mechanisch orgel met een hoofdwerk, een nevenwerk en een pedaal. Het derde manuaal (ondermanuaal) is een koppelklavier.
(Zie ook de fotopagina Orgel Zuiderhof op deze site.)



Kaat & Tijhuis-orgel in de Zuiderhof te Zwolle

Na de ingebruikname van het kerkgebouw bleek dat er genoeg gelden waren voor de bouw van een pijporgel. Voorwaarde was wel, dat er zoveel mogelijk van bestaand materiaal zou worden uitgegaan.
Na onderzoek kreeg orgelbouwer Kaat en Tijhuis uit Kampen de opdracht tot de bouw van het orgel.
Bijzonder aan het orgel is, dat alleen de Prestant 8' -die in het orgelfront is geplaatst- nieuw is gemaakt en dat de Holpijp vanaf c tot f''' nieuw pijpwerk is van gehamerd lood.
Alle andere registers zijn van bestaand pijpwerk van andere instrumenten, uit de voorraad van de orgelmaker. Deze registers zijn samengevoegd tot een nieuw instrument en geïntoneerd op de kerkruimte van de Zuiderhof.

Het orgel heeft de volgende dispositie:

Hoofdwerk - C-f''' - 54 tonen

Prestant 8 vt	- nieuw, in het front geplaatst
Roerfluit 8 vt	- oud pijpwerk, 12 stuks hout, rest orgelmetaal
Octaaf 4 vt	- oud pijpwerk, orgelmetaal
Fluit 4 vt	- oud pijpwerk, orgelmetaal
Octaaf 2 vt	- oud pijpwerk, orgelmetaal
Mixtuur 1 1/3 3 st.	- oud pijpwerk, orgelmetaal
Dulciaan 8 vt	- oud pijpwerk, orgelmetaal

Nevenwerk - C-f''' - 54 tonen

Holpijp 8 vt	- 12 oude grenenhouten pijpen, 42 pijpen nieuw gehamerd lood
Sexquialter 2 st	- oud pijpwerk, orgelmetaal
Roerfluit 4 vt	- oud pijpwerk, orgelmetaal
Woudfluit 2 vt	- oud pijpwerk, orgelmetaal

Pedaal - C-d - 27 tonen

Subbas 16 vt

- oud pijpwerk, grenenhout

Speelhulpen

Manuaalkoppel, uitgevoerd als koppelklavier

Koppel Pedaal + Hoofdwerk

Koppel Pedaal + Nevenwerk

Tremulant over het hele orgel

Kast:	grenen, licht geschilderd
Systeem:	gecombineerde mechanische sleeplade
Windvoorziening:	spaanbalg

speeltafel van het Zwolse Zuiderhof-orgel:
nevenwerk (boven), hoofdwerk (midden), koppelklavier (onder)
De orgelkas is van grenehout gemaakt en licht geschilderd. De labia van de frontpijpen zijn met bladgoud bedekt.
De registerknoppen zijn, zoals vroeger toegepast, gedraaid van ebbenhout en ingelegd met porseleinen registerschildjes.
De orgelkas, mechanieken, klavieren en windladen zijn geheel nieuw gemaakt. Hierbij zijn de bakstukken van de klavieren volgens de stijl van het huis ingelegd met ebbenhout.
De windladen zijn van eikenhout gemaakt, evenals de klavieren, het pedaal en de orgelbank. De klavieren zijn belegd met been op de ondertoetsen en ebbenhout op de boventoetsen.
De spaanbalg en windkanalen zijn uitgevoerd in grenenhout en op de hoeken verlijmd met veer en groef. De tremulant is een opliggende kanaaltremulant over het hele orgel.

Tijdens de bouwfase was er een sponsoractie om gelden voor het orgel binnen te krijgen. Men kon financieel een orgelpijp adopteren, waarbij de naam van de sponsor in de pijpvoet werd gegraveerd. Op ruim 60 pijpen staat nu een naam te lezen.
Op 26 november 1992 vond de officiële ingebruikname plaats
Han Gunnink, Zwolle